Bemvoortse molen
De ‘Bemvoortse molen’ is gelegen op de Bemvoortse dijk die door de abdij van Floreffe rond 1218 werd aangelegd.
In 1797, tijdens de Franse revolutie, werd deze molen, zoals alle abdijbezittingen, publiek verkocht en kwam in privaat bezit. Herman Leyssen was de laatste molenaar die hier actief was tot eind jaren 80. Het is een watermolen van het onderslagtype en kan nog steeds malen.
De naam van de molen komt voort uit de locatie: een ‘voort’ is een doorwaadbare plaats in de rivier die kon versterkt worden met gevlochten twijghout (‘benne’: gevlochten mand). Er lag een vijver stroomopwaarts ten opzichte van de Dommel die werd gebruikt om water op te sparen om de molen (langer) te laten draaien in perioden van waterschaarste. De vijver en de Bemvoortse dijk zijn nu grotendeels verdwenen.
In de Middeleeuwen werd de Dommel naar de rand van de vallei verlegd om een groter verval te kunnen realiseren aan de molenstuw. Waterkracht was toen immers een belangrijke energiebron. Door het kunstmatig verhogen van de rivierbedding, kwam de rivier meer aan de oppervlakte te liggen en dienden er dijken aangelegd te worden.
Stroomafwaarts, achter de molen, vloeien de Oude en nieuwe Dommel weer samen. Een verscholen plek, die het ontdekken waard is.