Veelgestelde vragen rond thema mobiliteit
Verkeerscirculatie voetganger en fietser
o Gebeuren er ongevallen? Zijn hier cijfers van?
§ We gaan de straten niet enkel herinrichten om ongevallen te vermijden. We willen ook verplaatsingen te voet en met de fiets stimuleren. Dit doen we door fietsers en voetgangers meer comfort te geven en hun veiligheidsgevoel te vergroten.
§ Ook willen we onze straten aangenamer inrichten met meer straatgroen en meer en veiligere plekken creëren voor ontmoeting en spel.
o Wordt mijn straat niet minder veilig zonder voetpaden?
§ De wijkstraten en verbindingsstraten hebben meer (doorgaand) autoverkeer dan de woonstraten. Daarom voorzien we aan minstens één kant van de weg een voetpad om de veiligheid van voetgangers te garanderen. We beperken de snelheid ook tot 50 km/u.
§ De snelheid in de woonstraten wordt beperkt tot 30 km/u en is dus aangepast aan de andere weggebruikers. Hierdoor is een gedeeld gebruik van de rijweg mogelijk. Dit wil zeggen dat er geen aparte fiets- en voetpaden zijn, maar dat er op de weg gefietst en gewandeld wordt. Dankzij het gedeeld gebruik van de weg zijn er geen aparte fiets- en voetpaden meer nodig, en kan er maximaal ingezet worden op het verzachten van de bermen.
§ Het gedeeld gebruik zorgt ook voor meer veiligheid en comfort voor fietsers en voetgangers. We draaien de huidige situatie in de woonstraten eigenlijk om. De hele straat wordt voet- en fietspad waar de auto’s ook gebruik van mogen maken.
o Aan welke kant van de weg komt het voetpad in de wijkstraten?
§ We bekijken voor elke wijkstraat afzonderlijk aan welke kant het voetpad best gelegd wordt. Verschillende afwegingen spelen hierin mee. Aan welke kant liggen de belangrijkste bestemmingen zodat voetgangers minder de straat moeten oversteken? Hoe creëren we een logisch, aaneengesloten voetpadennetwerk doorheen de wijk? Aan welke kant is er voldoende ruimte beschikbaar op het openbaar domein?
o Hoe weten jullie of er voldoende ruimte beschikbaar is op openbaar domein om voetpaden aan te leggen in de wijkstraten?
§ De grens tussen het openbaar domein en het privaat domein ligt juridisch vast. Maar deze grens wordt niet overal gerespecteerd: private eigenaars hebben bij de inrichting van hun voortuin misschien een stukje openbaar domein ingenomen, of voetpaden of bermen liggen gedeeltelijk op privaat domein.
§ Dit najaar zullen landmeters de grens tussen het openbaar domein en het privaat domein in Boseind opmeten. Op basis van deze opmeting weten we exact hoe breed het openbaar domein is en hoeveel plaats we ter beschikking hebben voor de inrichting van de bermen.
Verkeerscirculatie openbaar vervoer
o Kunnen er nog bussen door de woonstraten rijden?
§ Zwaarder verkeer in de woonstraten in Boseind is eerder de uitzondering dan de regel; denk aan bussen, maar ook verhuiswagens, vuilnisophaling... Niettemin moet ook dit verkeer op zijn bestemming kunnen geraken.
§ In de meeste woonstraten in Boseind is er voldoende breedte beschikbaar om op straat te parkeren en bussen nog te laten passeren. Waar de straten te smal zijn, kan er plaatselijk een parkeerverbod op straat ingesteld worden.
§ In de woonstraten die geknipt worden, zal in het inrichtingsplan verder onderzocht worden hoe de afwikkeling van zwaar verkeer georganiseerd wordt.
Verkeerscirculatie auto
o Hoe ga je de voorgestelde snelheidsbeperkingen afdwingen? Er wordt nu al vaak te snel gereden!
§ In de woonstraten geldt een maximale snelheid van 30 km/u, in de wijkstraten 50 km/u. We passen het straatbeeld aan deze snelheden aan, zodat automobilisten van nature de neiging hebben om trager te rijden.
§ In de wijkstraten vergroenen we de bermen en brengen we brede fietssuggestiestroken aan op de rijweg. Deze ingrepen hebben een vertragen effect omdat de weg visueel smaller wordt.
§ In de woonstraten wordt de maximale snelheid van 30 km/u ondersteund door de combinatie van groene bermen (visueel versmallen van de weg) en parkeren op straat.
§ Als deze ingrepen niet het gewenste effect hebben, kunnen nog bijkomende, vertragende ingrepen genomen worden zoals wegversmallingen en/of drempels.
o De straten zijn vandaag veilig genoeg. Waarom is een herinrichting dan nodig?
§ We willen in de eerste plaats meer groene bermen aanleggen om regenwater ter plaatse te laten infiltreren.
§ Hiervoor moeten we eerst nadenken over hoe fietsers, voetgangers en automobilisten de straten in Boseind in de toekomst gaan gebruiken, want op sommige plaatsen (o.a. in de woonstraten) gaan we de voetpaden in de bermen verwijderen. Op andere plaatsen (o.a. in de wijkstraten) kan het nodig zijn om juist bijkomende voetpaden aan te leggen. Omdat er veel meer woonstraten dan wijkstraten zijn, creëren we méér lopende meters groene berm.
§ Daarnaast willen we ook verplaatsingen te voet en met de fiets stimuleren. Dit is gezonder én veiliger. Bij de herinrichting van de straten besteden we daarom bijzondere aandacht aan het comfort en veiligheidsgevoel van fietsers en voetgangers.
o Hoe kan het doorgaand verkeer geweerd worden uit de woonstraten?
§ De woonstraten worden enkel ingericht voor bestemmingsverkeer (dit is het verkeer waarvoor de bestemming in deze straten zelf ligt). De wijkstraten en verbindingsstraten worden ingericht voor zowel bestemmingsverkeer als doorgaand verkeer (dit is het verkeer waarvoor de bestemming niet in deze straten ligt, maar het wel gebruikt om door te rijden).
§ Omdat de woonstraten niet meer gebruikt worden door doorgaand verkeer, worden ze verkeersluwer en kan de snelheid beperkt worden tot 30 km/u. Hierdoor zijn er geen aparte fiets- en voetpaden nodig en kan maximaal ingezet worden op groene bermen (zie hoger).
§ Sommige woonstraten zullen de snelste en kortste route blijven voor doorgaand verkeer. In deze straten kunnen we paaltjes plaatsen, enkele rijrichtingen invoeren of kruispunten aanpassen. Zo wordt doorgaand verkeer onmogelijk, en blijven deze straten toch toegankelijk voor plaatselijk verkeer en zacht verkeer. Via proefopstellingen kunnen we testen of deze ingrepen het gewenste effect hebben.
o Mijn woning ligt in het schetsontwerp in een schoolstraat. Wat betekent dat voor mij?
§ Bij het begin en einde van de schooldag veranderen de straten voor de schoolpoort in een chaotische omgeving met veel auto’s, fietsers en voetganger. Dit zorgt voor een onveilige omgeving voor de kinderen en hun ouders. Een schoolstraat biedt een oplossing voor deze verkeersdrukte. Door gemotoriseerd verkeer tijdelijk niet meer toe te laten wordt de schoolomgeving aangenamer en veiliger.
§ In een schoolstraat wordt daarom aan het begin en aan het einde van de schooldag de straat voor een korte periode afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Zo kunnen schoolgaande kinderen en hun ouders, die zich te voet of met de fiets verplaatsen, veilig de school bereiken en verlaten. Wie toch met de auto komt, kan iets verder parkeren en te voet naar de schoolpoort gaan.
§ Het afsluiten van een schoolstraat gebeurt met nadarhekken of slagbomen. De straat blijft wel toegankelijk voor hulpdiensten. Reeds aanwezige auto’s (bv. van bewoners) mogen de straat nog wel uitrijden.
o Waarom wordt de Roosendijk niet geselecteerd als wijkstraat?
§ De Nachtegaalstraat en de Roosendijk lopen grotendeels parallel aan elkaar. Daarom wordt best maar één van de beide straten als wijkstraat aangeduid, zodat er in de andere straat maximaal kan ingezet worden op groene bermen.
§ Omdat de Nachtegaalstraat beter dan de Roosendijk aansluit op enkele belangrijke voorzieningen zoals de kerk, de Kentings, de volkstuinen en het sportpark, wordt deze straat als wijkstraat geselecteerd. Deze keuze ligt volledig in de lijn van het huidige gebruik van de straat. De omgeving van de scoutslokalen blijft hierdoor gevrijwaard van doorgaand verkeer, wat een bijkomend voordeel is.
o Waarom worden de Lepelstraat en de Haagdoornstraat niet geselecteerd als wijkstraat?
§ We willen het doorgaande verkeer van de wijk zoveel mogelijk uit de schoolomgeving houden. De wijkstraten liggen dus best aan de rand van de schoolomgeving. In plaats van de Lepelstraat en Haagdoornstraat zijn daarom de Kievitstraat, Acaciastraat en Roosendijk als wijkstraat geselecteerd.
§ De Boseindstraat blijft zo bereikbaar voor het doorgaande verkeer doorheen de wijk, maar dit verkeer moet niet meer door de schoolomgeving rijden.
§ Uiteraard blijven de Lepelstraat en Haagdoornstraat gewoon bereikbaar voor de mensen die daar wonen.
o Waarom wordt de Molenstraat niet volledig geselecteerd als wijkstraat?
§ Het doorgaande verkeer dat via de Molenstraat naar de Heerstraat rijdt, moet passeren via het moeilijke kruispunt Heerstraat x Haagdoornstraat. Als dit verkeer via de Kievitstraat rijdt, kan het via het veiligere, lichtengeregelde kruispunt met de Boseindstraat de Heerstraat oprijden.
Parkeren
o Waar kan er geparkeerd worden?
§ We laten nergens nog toe dat er in de bermen geparkeerd wordt, omdat de bodem hierdoor wordt samengedrukt en het regenwater na verloop van tijd niet meer kan infiltreren.
§ De meeste woningen en handelszaken in Boseind beschikken over parkeermogelijkheden op het eigen terrein (zoals een parkeerplaats in de open lucht, een carport of garage) waar plaats is voor één of meerdere wagens. Het ligt dan ook voor de hand dat de parkeervraag in de eerste plaats op het eigen perceel wordt opgevangen.
§ Als de beschikbare ruimte op het eigen perceel tijdelijk ontoereikend is, kan er uitzonderlijk geparkeerd worden op het openbaar domein.
§ In de woonstraten kan er geparkeerd worden op straat op voorwaarde dat er minstens drie meter vrije doorgangsruimte overblijft om auto’s te laten passeren. In de meeste straten in Boseind is deze breedte beschikbaar.
§ In de wijk- en verbindingsstraten laten we niet toe dat er op straat geparkeerd wordt omdat de fietsers de fietssuggestiestroken niet meer veilig kunnen gebruiken. Daarnaast willen we een vlotte doorstroming in de wijkstraten, wat niet mogelijk is met geparkeerde wagens.
§ In de wijk- en verbindingsstraten kan er uitgeweken worden naar omliggende woonstraten of naar de publieke parkings aan de school, de Kentings of het sportpark.
§ Tijdens bijzondere (bovenlokale) evenementen in de wijk kunnen er tijdelijke en plaatselijke maatregelen genomen worden om de parkeercapaciteit op openbaar domein te vergroten.
o Hoe kan vermeden worden dat er in de groene bermen geparkeerd wordt?
§ We laten nergens nog toe dat er in de bermen geparkeerd wordt, omdat de bodem hierdoor wordt samengedrukt en het regenwater na verloop van tijd niet meer kan infiltreren.
§ Parkeren in de bermen kan tegengegaan worden door het plaatsen van paaltjes of bomen. Daarnaast zal een parkeerreglement uitgewerkt worden, zodat er kan worden opgetreden tegen foutparkeerders.