Skip to main content
home-page
Deel op facebook
Deel op twitter
home-page
Deel op facebook
Deel op twitter

Molenbroeken

Ter hoogte van de Molenbroeken vormden er zich door de hoge grondwaterstand uiterst natte valleigronden. De benaming komt van ‘broek’ of broekbos, een bos dat permanent nat staat.

Broekbos

De zwarte Els was hier de meest voorkomende soort en is een boomsoort die langdurige overstromingen kan overleven. Via wortelknolletjes waarin zich bacteriën bevinden, slaagt de boom erin stikstof uit de lucht rechtstreeks op te nemen. Om die reden kan de boom overleven in een nat milieu.

Het huidige gebied is een restant van een ‘beemd’ die vaak ontgonnen werd uit soortenrijke broekbossen. Deze ‘beemden’ of natte weilanden gaven een aanzienlijke meeropbrengst aan hooi.

In de tweede helft van de 20ste eeuw werden de meanders van de Dommel grotendeels weggewerkt om een zo recht mogelijke loop te verkrijgen met als doel het ontwateren van ‘waterzieke’ valleigronden en het verbeteren van de waterafvoer. In Pelt werd de Dommel zo meer dan 2,5km korter. Helaas verdroogden hierdoor veel valleigronden, gingen de meanders verloren en namen overstromingen benedenstrooms toe. Op veel plaatsen zijn percelen weiland en ook bos omgezet in akkerland. Toch zijn er her en der nog moerassige rietvelden te vinden die de kronkelingen van de rivier volgen.

Zwarte Els   Stijve Zegge   Lisdodde

Van links naar rechts: Zwarte Els (Alnus glutinosa), Stijve Zegge (Carex elata), Lisdodde (Typha latifolia).

Deel op facebook
Deel op twitter